STIPO werkt aan betere steden en goede groei. Wij zijn waardegedreven. Wij hebben een opvatting over hoe wij aan een goede, inclusieve en duurzame leefomgeving willen werken. Die is gevormd door te bestuderen wat de eigenschappen zijn van gebieden die lang mee gaan. Dit hebben we vertaald naar zes kernwaarden die de basis zijn van hoe we aan betere steden werken:
1. Langdurigheid
2. Ziel van de plek
3. Publieke kwaliteit
4. Meervoudigheid
5. Menselijke maat
6. Eigenaarschap
1. Langdurigheid: blijvende kwaliteit voor de stad en de stedelijke samenleving. We werken aan gebieden waar de gebruikers zich thuis voelen. Nu, maar ook over vijf, tien, vijftig of tweehonderd jaar.
- Langdurigheid in kwaliteit. Met onze stedelijke ontwikkelingstrajecten scheppen we de condities om investeringen te plegen die langdurige kwaliteit opleveren. Het project moet een blijvende kwaliteit voor de omliggende stad en de stedelijke samenleving opleveren. Dit vraagt een sterke visie in het begin, maar ook een strategie en organisatie om die langdurige kwaliteit te realiseren en te behouden.
- Langdurigheid door aanpasbaarheid. De gebouwde omgeving kent als het goed is een lange levensduur, terwijl de samenleving en de economie veel kortere cycli kennen. Een goed gebied is flexibel genoeg om te kunnen ‘ademen’ en de veranderende wensen door de decennia heen te kunnen opnemen, zonder de kwaliteit kwijt te raken.
- Langdurigheid door duurzaamheid. We hebben aandacht voor een spaarzame en verantwoorde omgang met energiebronnen en behoud van flora en fauna. Het stedelijk gebied moet voldoende flexibel zijn opgezet dat het aanpasbaar is om door de decennia heen te kunnen veranderen, terwijl het ook geliefd blijft bij gebruikers en de samenhang van de plek behouden blijft.
2. Ziel van de plek: het unieke karakter van buurten of steden.
- De ziel van een plek ontdekken, betekent dat wij ons zowel ruimtelijk, maatschappelijk, cultureel als economisch gezien verdiepen in wat eigen is aan het gebied, en dat ook in een bredere context van de omgeving bezien. We gebruiken dat als uitgangspunt voor nieuwe ontwikkeling die daarbij past en daaraan toevoegt.
- De ziel van een plek vraagt ook om het maken van keuzes. Soms is het nodig om stevig in te zetten op het creëren van een nieuwe ziel van een gebied. Daarom sturen we op het aanboren van het lokale karakter van een plek en gaan niet simpelweg uit van begrippen als ‘leefbaarheid’ of ‘schoon-heel-veilig’.
- De ziel van de plek is de identiteit van het gebied. Deze geeft betekenis aan een plek en verbindt lokale partners met elkaar. Die gedeelde identiteit stimuleert het gevoel van eigenaarschap onder gebruikers en vergroot de binding met de straat of buurt.
3. Publieke kwaliteit: sterke openbare ruimte en sterk publiek domein zijn randvoorwaarden om het positieve uit de stad te halen. De publieke kwaliteit is zowel fysiek als sociaal-cultureel aanwezig in de stad.
- De openbare ruimte dient het sociaal gebruik: de ontmoeting, de interactie, de activiteiten, het spelen en sporten. Goede openbare ruimte draagt bij aan buurtgevoel, een beter klimaat, gezondheid en geluk, een kindvriendelijke omgeving en aan economische en sociale innovatie. In onze projecten vertrekken wij daarom vanuit het leven, de activiteiten, de software: de sociaal-culturele en economische kant van het publieke domein.
- Eerst leven, dan plekken, dan gebouwen — en niet andersom. Vaak zien we dat in gebiedsontwikkeling de gebouwen worden ontworpen, en dat de ruimte die dan over is openbare ruimte wordt genoemd. Goede gebiedsontwikkeling begint bij het leven, vertaalt dat naar de openbare ruimte en neemt die als ruggengraat en als kapstok voor de verdere ontwikkeling van de gebouwen. Gebouwen veranderen door de tijd heen. De openbare ruimte blijft, en als die goed is, is dat de drager van blijvende gebiedskwaliteit.
4. Meervoudigheid: we werken aan gemengde en gelaagde stedelijke omgevingen, en kijken vanuit een meervoudig perspectief naar steden en hun ontwikkeling.
- Meervoudigheid in functies en gebruik. We werken aan gemengde gebieden. Aantrekkelijke stedelijke gebieden ontstaan wanneer er een combinaties van verschillende functies en gebruiksvormen is. In onze projecten mobiliseren we vanaf het begin de verschillende functies, gebruikers, perspectieven en expertises.
- Meervoudigheid van soorten gebruikers. De stad is gelaagd. Onder gebruikers zijn er verschillende doelgroepen te onderscheiden die elk hun eigen gebruikerswensen kennen. Gebieden functioneren het meest duurzaam als niet één groep domineert, maar als meerdere groepen zich thuis voelen. Inclusieve ontwikkeling met oog voor alle groepen en leeftijden is daarvoor een voorwaarde.
- Meervoudigheid verwijst naar het feit dat ‘de stad nooit af is’. Elke interventie roept weer nieuwe, vaak onverwachte mogelijkheden op. STIPO maakt positief gebruik van de energie die ontstaat in de tussentijd, tussen de oude en nieuwe situatie, opdat die katalyserend kan werken.
5. De menselijke maat: de kwaliteit van een stad, buurt of straat valt of staat met hoe de mens die leefomgeving ervaart.
- Een omgeving waar mensen zich thuis voelen moet je vanuit het perspectief van de menselijke maat ontwerpen. Wat zien, merken en voelen mensen die door een stad lopen of fietsen? Wij noemen dat: ‘de stad op ooghoogte’. We kijken naar het publieke domein als de totaalbeleving die gebruikers hebben als ze zich door de publieke ruimte bewegen. Het gaat daarom niet alleen maar om de straat, maar ook om de gevels die daarlangs staan. Hoe zijn die gevels op plintniveau ingericht? Zijn de gebouwen en de openbare ruimte zo ontworpen dat ze gebruik en comfort ondersteunen? Levert het totaal een veilig en comfortabel of zelfs een ‘thuis’ gevoel op?
- Ons vak is mensenwerk. Menselijke maat is daarom ook de basis voor de manier waarop we willen samenwerken met onze omgeving, met onze opdrachtgevers, met onze partners en binnen ons team.
6. Eigenaarschap: van wie is de stad?
- De vraag: ”Van wie is de stad?” klinkt in Nederland steeds luider. Waar vroeger de overheid en projectontwikkelaars, corporaties en beleggers de dienst uitmaakten, staan nu belangenorganisaties op van bewoners of bedrijvigheid en vragen om zeggenschap in een vroeg stadium van stedelijke ontwikkelingen. Terecht, vinden wij, en daarom helpen wij overheden en ontwikkelaars bij de omslag van participatie naar samen stad maken.
- Steden functioneren duurzamer als de gebruikers er door de jaren heen in blijven mee investeren. Dat vraagt om blijvend mentaal eigenaarschap en dat doe je door geloofwaardige governance op te bouwen waar langdurige betrokkenheid mee mogelijk wordt.
- Er is immers een enorme rijkdom aan kennis, ervaring en ideeën op te halen. Wie creatiever wil zijn heeft meer ideeën nodig. Samen Stad Maken voedt betere stadsontwikkeling. Zowel van de gebruikers in de buurt, vaak dichter op het hier en nu, als van investeerders en overheden, die naar de langere termijn en op grotere schaal kijken. Bottom-up en top-down moeten allebei op gelijke voet een stoel aan tafel krijgen, omdat beide soorten kennis waardevol zijn.