Wil je inspiratie over gebiedsontwikkeling en updates over trainingen, events en projecten ontvangen? Schrijf je dan in.
In het verleden was de ontwikkeling van nieuwe wijken een relatief simpel proces. We bouwden voornamelijk in weilanden, wat inhield dat er weinig stakeholders waren en zo een overzichtelijk, praktisch speelveld. Fast forward naar nu: alles is veel complexer geworden. We moeten rekening houden met eigenaren, projectontwikkelaars, omwonenden, ondernemers, nieuwe bewoners – allemaal met hun eigen belangen. Als we van nieuwe wijken echte buurten willen maken, hebben we iedereen nodig. Stad maken doe je samen. Maar hoe breng je al die stemmen in harmonie? Een gebiedsorganisatie is wat ons betreft een need to have geworden voor elke gebiedstransformatie. Maar voor velen is dit nieuw: de plannen gaan wel over de hardware, maar niet de orgware. Gelukkig zijn er al de eerste voorbeelden.
Met de plannen om 1 miljoen woningen bij te bouwen binnen stedelijke gebieden, zullen gemeenten steeds meer geconfronteerd worden met een veelheid aan stakeholders. Een gebiedsorganisatie biedt de mogelijkheid deze stakeholders samen te brengen, om zo tot gezamenlijke ideeën te komen. Dit zorgt ervoor dat je plan rijker wordt en meer kans van slagen heeft. Om dit soepel te laten verlopen, moeten we overstappen van stad maken naar stad zijn. Want als je deze netwerken niet goed organiseert, kunnen conflicten ontstaan die alles onnodig vertragen. Maar waar begin je?
De wijk in
Een sterke gebiedsorganisatie begint met één simpele vraag: waar zit de energie? Die energie vind je altijd onder de mensen die bij de nieuwe wijk betrokken zijn, of in de bestaande wijk wonen. Maar je ontdekt ze niet via flyers of online advertenties. We gaan de wijk in, praten met omwonenden en ontdekken wat hen beweegt. Wat frustreert hen? Wie heeft er ideeën? Welke angsten zijn er bij de komst van de nieuwe wijk en wat is juist een kans door de nieuwe ontwikkeling?
Met een plan
Voordat we vervolgens een gebiedsorganisatie opzetten, denken we goed na over alle aspecten van de organisatie. Hoe beter dit van tevoren is uitgezet en doordacht, hoe beter de organisatie uiteindelijk kan groeien. Dit is iedere keer weer uniek. We kijken naar het juridische aspect – hoe moet de organisatie zich positioneren ten opzichte van de belasting? Maar ook naar praktische zaken, zoals het opzetten van toegankelijke communicatiekanalen.
Op zoek naar informele leiders
Vervolgens verzamelen we iedereen die vooruit wil – en vol energie zit – voor een bijeenkomst in de buurt. Misschien zijn het er maar 10. Dat klinkt weinig, maar meestal blijken dit de informele leiders te zijn. Mensen sluiten zich aan, brengen buren of collega’s mee. Voor je het weet, zit je met 500 mensen aan tafel. Samen werken we aan een strategie die werkt voor de lange termijn.
Conflicten zijn goed!
Conflicten vermijden? Onmogelijk. En vaak ook niet nodig. Ze kunnen zelfs helpen om verder te komen. Maar waar dit vroeger vaak uitmondde in verharde situaties en soms zelfs rechtszaken, biedt een gebiedsorganisatie juist ruimte voor dialoog. De partij waarmee je in conflict bent, krijgt een gezicht. Misschien gaan jullie kinderen wel naar dezelfde voetbalclub of hebben jullie allebei een hond. Bij een conflict zoeken mensen in gebiedsorganisaties elkaar op en gaan ze met elkaar in gesprek. De gebiedsorganisatie wordt een platform voor conflictbespreking en leidt zo tot enorme versnelling van de gebiedstransformatie.
Club Rhijnhuizen
Neem Rhijnhuizen, een gebied dat toe was aan vernieuwing. STIPO ging in gesprek met bewoners en ontwikkelde samen met Vlieger Projecten de eerste gebiedscoöperatie van Nederland: Club Rhijnhuizen. Zoals verwacht liep het niet meteen storm, maar de informele leiders stonden klaar met ideeën. Uit de gesprekken bleek al snel dat er een lelijk huisje in het gebied stond, een doorn in het oog voor de bewoners. Om te laten zien dat de gebiedsorganisatie verschil kan maken, sloopten we het huisje binnen twee weken. De vervanging? Een fijne picknicktafel. Het resultaat? Vertrouwen groeide en al snel sloten meer mensen zich aan. Inmiddels staan er 500 leden op de lijst en is het gebied gegroeid van 100 naar 4000 inwoners – zonder problemen.
Waar Club Rhijnhuizen vooral geschikt is voor de plan- en ontwikkelfase, zien we nu ook steeds meer collectieve taken die vragen om een gebiedsorganisatie in de gebruiksfase. Denk aan mobiliteishubs, logistiek, energie, maar ook de sociale kwaliteit in dichtbebouwde gebieden, het programmeren van de openbare ruimte op een inclusieve manier, en het cureren van betaalbare werkplekken in de plinten. Voor Beurskwartier in Utrecht en Almere Pampus hebben we samen met de gemeente en met Stadkwadraat modellen uitgedacht voor de gebruiksfase. Als bonus hebben we voor alle modellen ook de financiering gevonden.
Met gebiedsorganisaties versterken we de gemeenschap en zorgen we ervoor dat stad maken iets wordt van iedereen, niet alleen van projectontwikkelaars of de gemeente.
Nieuwsgierig naar meer voorbeelden?
→ Volg ons op social media om op de hoogte te blijven van al onze projecten!